U bent hier:

Instructie voor de boorval en voor het monitoren Walnootboorvlieg

31/05/2021

Walnootboorvlieg (Rhagoletis completa): het uithangen van de gele walnootboorval REBELL ® amarillo (Andermatt Biocontrol). 1.De 2 kleverige gele schijven kruisgewijs in elkaar voegen. Zorgen dat ze goed vastzitten.

2.Neem de  geleverde tube met extra lokmiddel (ammonium: TMA). Doorprik die met de ijzerdraad (bevestigingsdraad). Bovenaan de val zijn er 2 gaatjes. Zij dienen om de val op te hangen met de ijzerdraad. In Frankrijk adviseert men een kooitje van kippengaas er rond te doen. Dit belet dat er vleermuizen, kleine vogels of bladeren eraan vastkleven.

3.Bekijk de gevangen boorvliegen zeer scherp. Kersenvliegen komen ook op deze val af.

4.De walnootboorvlieg is 4 tot 7 mm groot. De mooie blauwgroene ogen met regenboogkleuren vallen op. Het vleugelpatroon is heel typisch. Drie typische zwarte banden op doorzichtige vleugels. Aan het uiteinde is er een opvallende V of L (achterdwarsader band) die naar binnen wijst. Bij de walnootboorvlieg of Rhagoletis completa raakt de middelste, zeer brede, zwarte dwarsstreep (midden) de onderste achterdwarsader band meestal niet. Er zijn variaties mogelijk. Opvallend is het gele halvemaanvormige rugschildje, midden op de rug. Dit is waar de vleugels bevestigd zijn. Bij dode exemplaren wordt dit schildje snel zwart. Mogelijk is het interessant om op het geslacht te letten. De mannetjes hebben zwarte dijen. De vrouwtjes hebben okergele dijen.

5. Buitenlandse adviezen. Hang ze in het bovenste deel van de boom. Sommigen gebruiken een katrolletje om de val te bekijken. Bij voorkeur in een dicht begroeid deel van de boom nabij de bolsters. Hoge luchtvochtigheid, vb. naast grachten, geeft meer vangsten. In de boomgaard lijken er meestal voorkeur plekken te zijn voor de walnootboorvlieg. De zwarte walnoot is nog meer geliefd. Meestal wordt de lokval ophangen op 2-3 m hoogte maar nooit lager dan 1,8 m.

6.Mogelijke verwarringen. Nabij Berlijn (Brandenburg) is er ook de zoete walnootboorvlieg of Rhagoletis suavis. Beide soorten zijn vastgesteld in Duitsland. Hun levenswijze is identiek naar verluid. Nog niet iedereen maakt een onderscheid  tussen deze 2 soorten. Of is het toch één soort? Bij deze zoete walnootboorvlieg raken de twee onderste banden elkaar wel. Ze zijn ook breder. Nog niet in Belgie of Nederland gevonden. De kersenvlieg (Rhagoletis cerasi) vliegt vroeger en is 3 tot 5 mm groot, een donkere kop met een oranje halvemaan rugschild. Er zijn nog veel soorten (80) boorvliegen. Dus bij twijfel foto nemen of in een potje steken met datum en vindplaats.

7.Praktische afspraken. Vanaf de bolsters zichtbaar worden, vermoedelijk half juli. Een wekelijkse  controle is het advies, meer mag ook. Dit zal vermoedelijk tot 15/9/21 duren. Bij elke controlebeurt verwijder je de gevangen walnootboorvliegen (pincet). Evt. steek je ze in een pot, mogelijk interessant bij twijfels. Je kan met deze vallen de walnootboorvliegen niet wegvangen wel monitoren.